Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [61]Daar is Benjamin de [62]kleine, die over hen [63]heerste, de vorsten van Juda, [met] hun [64]vergadering, de vorsten van Zebulon, de vorsten van Nafthali. 61. Te weten, in de gemeenten of vergaderingen zijn alle stammen, zowel de vergelegene [gelijk Zebulon en Nafthali] als de naaste, Bemjamin en Juda. 62. Omdat deze stam van den jongsten broeder gesproten was en zeer geminderd door de nederlaag voor Gobea, Richt.20:. 63. Omdat de eerste koning Saul daaruit gesproten was. 64. Het Hebr. woord wordt alzo hier alleen gevonden, komende van een woord dat stenigen, met stenen overwerpen, betekent; gelijk daarvan ook een ander woord komt, dat een steenhoop betekent, zo wordt dit alhier genomen voor ene menigte, raad, gezelschap, vergadering, van oversten, die ook bij een steen vergeleken worden, [zie Gen.49:24], omdat zij de vastigheid der gemeente zijn.